De daling van lokale systemen valt toe te schrijven aan de stijging in remote en hosted systemen. Remote-gebruik betreft DBMS-systemen die op een andere locatie draaien, maar die zich wel binnen de eigen organisatie bevinden. Dit percentage is sinds 2012 gestegen van 22 procent tot 35 procent. Ook bij de hosted DBMS-toepassingen is een stijging te zien van 6 procent in 2012 tot de huidige 22 procent.
Bij hosted systemen draait de DBMS-oplossing vanuit een datacenter van een externe dienstverlener. Hieronder vallen ook private cloudoplossingen die door een externe partij in de lucht worden gehouden.
Microsoft SQL Server blijft met voorsprong de meest gebruikte DBMS-toepassing; 68 procent van alle oplossingen is van Microsoft. Tot en met 2012 gebruikte circa 62 procent van de bedrijfslocaties Microsoft SQL Server. In de laatste jaren is dit percentage gestegen tot ongeveer drie kwart van alle locaties.
Na de Microsoft-oplossingen volgen de toepassingen van Oracle (22 procent) en IBM (4 procent). Oracle is, met 26 procent, het sterkst vertegenwoordigd op locaties van multinationals. Het aandeel van IBM is het grootst bij locaties van multinationals: ongeveer 8 procent van de DBMS-systemen in dit segment is van Big Blue, het dubbele van het totale aandeel van IBM. Het aandeel van Oracle en IBM is in de afgelopen jaren redelijk stabiel gebleven.
Voor Microsoft SQL Server geldt dat iets minder dan een kwart bestaat uit SQL Server 2005-oplossingen, ongeveer 58 procent uit SQL Server 2008, circa 16 procent uit SQL Server 2012 en ongeveer 1 procent uit de meest recente versie SQL Server 2014. Voor Oracle geldt dat drie kwart van de oplossingen bestaat uit Oracle Database 12c of oudere versies en circa een kwart uit MySQL-oplossingen. Voor IBM geldt dat dit momenteel bijna alleen nog DB2-varianten betreft. Informix vormt minder dan 5 procent van alle IBM-installaties.
Computable
